De Vragen-der-weg

De kunst van het samenwerken

Nu er zo veel in de wereld gaande is, zeggen we tegen elkaar dat het aankomt op samenwerking, om de uitdagingen van deze tijd aan te gaan. Ik vraag me af of een algemene bemoediging daartoe wel voldoende helpt. Wie aan samenwerkingsverbanden deelneemt, die weet dat het niet altijd eenvoudig is om de kwaliteit van samenwerking op peil te houden. Daar is verbinding voor nodig en de moed tot open en groeizaam contact. De kwaliteit van samenwerking is contextgevoelig, hangt af van wat we elkaar toevertrouwen en de kunst om vragenderwijs op weg te gaan.

Een voorbeeld-vraag

De man die voor een sessie bij me komt, begint bij aankomst meteen te praten. Het is alsof hij lang onder een hoge spanning heeft geleefd. Hij zegt dat hij een vraag heeft over zijn loopbaan. Zijn verhaal gaat over hoe hij zich verhoudt tot het team waarvan hij deel uitmaakt. Alles verloopt stroperig en er is geen echt samenspel. Hij geeft heel veel aan de anderen maar ervaart weinig tot niets van die anderen terug te krijgen. Hij merkt dat hij een hekel krijgt aan zijn teamgenoten. Eigenlijk wil hij alleen nog maar weg.

Vragen stellen is niet de antwoorden bedenken

Hij denkt in twee richtingen. Enerzijds zoekt hij naar algemene richtlijnen voor het team. Wat moeten we doen om de samenwerking beter te laten verlopen? Hoe moeten we het werk anders organiseren? Of de taken anders verdelen? Met een dergelijke vraag ‘wat we moeten doen’ veronderstel je dat het antwoord ergens al klaarligt en dus goed of fout kan zijn. Het is eigenlijk geen vraag, maar meer een soort examen-opdracht.
Anderzijds maakt hij de moeilijkheden persoonlijk. Hij wijst zowel naar andere individuen als naar zichzelf. Als dié persoon nou eens beter zou luisteren; als dié collega nou eens zou leren om overzicht te houden; als iknou maar eens zou weten wat mijn volgende stap is. Maar dat zijn ook geen open vragen. Eigenlijk zijn het beschuldigingen op basis van aannames en voorspellingen die houvast lijken te geven.
Zijn hoofd is continu bezig om antwoorden te bedenken. Nu hij daarmee vastloopt en het echt niet meer weet, stelt hij zich eigenlijk pas echt open voor een vraag.

Innerlijke vraag

De twee denkrichtingen knippen hemzelf als het ware in twee stukken. Óf hij is in de groep, en denkt als de groep in termen van ‘wij’, óf hij is in zichzelf en denkt in termen van ‘ik’ en ziet de anderen als losse en veranderbare individuen.
Een deel van hem is als een teamspeler die in het veld loopt en meedoet aan de wedstrijd. Een ander deel van hem is als een schreeuwende teamcoach, die onmachtig langs de lijn heen en weer ijsbeert, terwijl niemand in het veld hem verstaat. Hij ervaart dat het beste deel van hem buiten het spel staat en niet werkelijk mee kan doen. Hij neemt beurtelings aan dat dat door hem zelf komt óf door de andere spelers, terwijl hij zich daar in het dagelijks leven niet werkelijk iets over afvraagt, maar het hem nu opeens treft: waarom doe ik dit zo? De innerlijke vraag verschijnt door de spanning op te merken tussen ‘ik’ en ‘mezelf’.

Algemene vraag

De uitspraak dat je eerst in verbinding met jezelf moet zijn, voordat je verbinding kunt maken met anderen, vindt z’n oorzaak in dit fenomeen van opgeknipt zijn tussen ‘ik’ en ‘wij’. Het draait om herstel tussen ‘ik’ en ‘mezelf’. In het herstel gaat het om de interactie tussen je innerlijke toeschouwer en dat deel van jou wat meedoet in de wereld. Het opgeknipt zijn in twee delen, zie ik overigens heel vaak bij mensen die ik in mijn praktijk ontmoet. Veel mensen worstelen ermee dat ze een deel van zichzelf lijkt te moeten opgeven om ergens bij te kunnen horen.
In samenwerking is het heel gewoon, en soms zelfs wenselijk, dat we sociale maskers gebruiken. We zien samenwerking als iets waarin het collectief voorop staat en waaraan je voor een bepaald stuk een bijdrage kunt leveren, maar waarin je niet je héle zelf kunt inbrengen. Er is altijd een deel van jezelf dat erbuiten staat. En meestal gaat dat deel over wat je er éigenlijk allemaal van vindt.

Systemische vraag

Vragen die de interactie op gang brengen tussen je innerlijke toeschouwer en dat deel wat je in de wereld meemaakt, dat zijn open vragen. Open omdat je het antwoord vooraf niet weet. Je kan het ontdekken door de kwestie aan te gaan. Open omdat je er toe bereid bent dat jij door het antwoord misschien verandert. Zo’n vraag is bij voorbeeld “hoe draag ik bij aan wat hier misgaat?” of “wat heeft deze situatie van mij nodig?”.
Het zijn bovendien vragen die nagenoeg altijd de dimensie hebben van hoe je opgegroeid bent. Het gebeurt dan ook regelmatig dat er een generatiekloof zichtbaar wordt in een sessie die draait om een loopbaanvraagstuk. Onze voorouders hebben ons een zó ander maatschappelijk systeem overgedragen, inclusief de bijbehorende sociale omgangsvormen. Heel anders dan waar wij ons nu voor willen inzetten, maar waartoe we niet zomaar zijn uitgerust. Tegenwoordig zie ik heel vaak dat de cultuuromslag, waar we als samenleving naar verlangen, zich manifesteert door middel van het openvouwen van de meest persoonlijke vraagstukken.

Terug naar de voorbeeld-vraag

Ook deze man staat hier nu in mijn bijzijn als zoon en kleinzoon tegenover het innerlijke beeld van zijn voorouders. Niet meer vanuit zijn sociale masker of vanuit wat daarachter zit, maar vanuit datgene in hem dat in wezen heel is gebleven. En hij voelt – tot zijn verrassing – van daaruit de kracht opwellen van zijn eigen autoriteit. Een heerlijk sterk en liefdevol gevoel dat hij zichzelf nog nooit heeft toegestaan tegenover zijn vader. En ook niet in zijn werk.
Als we zijn vraagstuk verder uitwerken beseft hij dat hij zich hiermee ook meer naar zijn collega’s kan openen. Wat hij te overwinnen heeft, is zijn schroom. Hij zou best meer in het samenspel kunnen inbrengen van wat er in hem leeft. Zo ontstaat de verbinding tussen zijn twee innerlijke delen: de innerlijke coach kan z’n informatie kwijt aan de teamspeler die hij in het veld is. Oftewel, hij ziet opeens een weg om zich vanuit zichzelf in het spel in te brengen. Bij dat besef breekt er een brede glimlach door op het gezicht van de man, en roept hij: “…maar als het zó is, dan kunnen we groeien en samenwerken!!”

“De transitie van de samenleving gebeurt in duizenden individuele transformaties” schrijf ik in mijn notitieboekje. En zo vertrekt hij die dag weer naar zijn werk. Rustig en misschien vooral geroerd over zijn eigen vermogen tot afstemming, tot evenwichtig contact en tot verbinding. Opgelucht ook, over het inzicht dat hij de anderen geen kwaad doet wanneer hij meer van zichzelf laat zien. Wanneer je eenmaal met jezelf samenvalt, dan kan een doorbraak niets kapot maken omdat die vanuit je kern ontstaat. Bevrijding leidt dan juist tot verbinding. Dit is een veel groter en ruimer antwoord dan hij zelf had kunnen bedenken.

Vraag je om de antwoorden die je zelf zou moet kunnen bedenken, dan raak je bekneld.
Stel je jouw vraag in openheid, dan kan je verrast worden door het antwoord dat al in je leeft.

Vragenderweg

Als je een goede samenwerking tot stand wilt brengen, en je gaat dat aan met alle vertrouwen en openheid die er maar in je is, dan is dat een prachtig begin. Het blijft tegelijkertijd een algemeen recept. Het is geen maatwerk. Maatwerk heb je nodig om te kunnen omgaan met je persoonlijke beknellingen. We hebben allemaal blinde vlekken waarin gewoontes het van je overnemen. Bijvoorbeeld omdat je onderliggend het gevoel hebt dat je niet welkom bent. Gewoontes bouw je op om de situatie veilig te maken tegen de bedreigingen die je van oudsher hebt gekend, en die je nu onbewust als voorspelling bij je draagt. Er zijn altijd wel ergens verborgen valkuilen. Het tot stand brengen van een kwalitatief hoogstaande samenwerking is daarom géén kwestie van een eenmalig vertrekpunt. Het is een weg kiezen waarop je open vragen blijft stellen. Zowel aan de ander als aan jezelf.

Groot onderhoud, persoonlijk werk

Neem de ruimte voor jezelf om jouw gewoontes te bevragen. Doe dat op regelmatige basis. Als een persoonlijke verzorging. Maak het belangrijk. Niet alleen voor herstel van jouw persoonlijke evenwicht en voor de projecten die je onder handen hebt. Het is ook fijn voor de mensen in jouw omgeving. Mensen die op jou willen kunnen rekenen en misschien niet naar je uit durven te reiken, maar net als jij, op zoek zijn naar kwaliteit van samenwerken en samenleven. Daarom – en onderschat dat niet – is het belangrijk. Het is iets wat jij op jouw persoonlijke schaal kan doen aan de grote problemen in de wereld.

Vraag aan de mensen om je heen hoe zij dat doen en of ze iemand voor je weten om je te begeleiden. Of trek de stoute schoenen aan en neem contact op met Ik & Jij. Samen met je eigen intuïtie komen we er wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *